De wanden van de slagaders en arteriolen kunnen dikker worden en de binnendiameter van de slagaders neemt soms iets toe. In de wanden van de slagaders en arteriolen gaat elastisch weefsel verloren. Samen betekenen deze veranderingen dat de bloedvaten stugger en minder veerkrachtig worden.
Ook bij mensen zonder slagaderziekte gaat de pompkracht van het hart in de loop der jaren langzaam achteruit. Tussen het dertigste en negentigste jaar neemt het hart per jaar gemiddeld 1 gram in gewicht toe. De kleine slagaderen in de bloedsomloop worden minder soepel, de bloeddruk stijgt en de linkerkamer moet tegen een hogere druk in pompen. Door het noeste werken wordt de hartspier langzaam dikker en stijver en vult de linkerkamer zich moeizamer met bloed. Het proces kun je tegengaan door voldoende beweging, waardoor de kleine slagaderen langer soepel blijven en de bloeddruk minder snel stijgt. Een mens is zo jong als zijn vaten.
Doordat de slagaders en arteriolen – naarmate ze ouder worden – minder elastisch worden, kunnen ze zich niet zo snel meer ontspannen tijdens het ritmische pompen van het hart. Daardoor neemt de bloeddruk tijdens de samentrekking (systole) van het hart sterker toe dan bij jongere mensen, soms tot boven de normale waarden. De combinatie van abnormaal hoge bloeddruk tijdens de systole en normale bloeddruk tijdens de diastole komt zeer veel voor bij oudere mensen. Er wordt dan gesproken van ‘geïsoleerde systolische hypertensie' (Hoge bloeddruk).
De verouderingseffecten op het hart kunnen door meer lichaamsbeweging worden beperkt. Beweging houdt de conditie van hart en bloedvaten, maar ook van het spierstelsel op peil naarmate mensen ouder worden. Daarbij is lichaamsbeweging altijd gezond, ongeacht op welke leeftijd ermee wordt begonnen.